top of page

Vereniging

Pestprotocol

Ons Pestprotocol

Inleiding 

Badmintonvereniging ‘t Pupke wil haar jeugdspelers een omgeving bieden waarin zij zich op een prettige en positieve wijze kunnen ontwikkelen. Pesten verstoort dat en helaas gebeurt dat overal. Het is belangrijk om een duidelijk en helder beleid te hebben waar alle betrokkenen op kunnen terugvallen in voorkomende gevallen.  
Het pestprotocol is een vastgelegde wijze waarop we het pestgedrag van kinderen in voorkomende gevallen benaderen. Het biedt alle betrokkenen duidelijkheid over de gevolgen, de ernst en ook specifieke aanpak van dit ongewenste gedrag.  Naast dit protocol is er ook een vertrouwenspersoon die kan worden benaderd door de gepeste speler, zijn ouders of leider. De vertrouwenspersoon van onze vereniging is Conny Reinders. Zij is telefonisch bereikbaar op 06-38076708.

Haar e-mailadres is: conny.reinders@outlook.com

 

Uitgangspunten bij het pestprotocol 

  1. Als pesten of pestgedrag plaatsvindt, ervaren we dat als een probleem voor  BC ’t Pupke, zowel voor de trainer / leiders als de ouders, de kinderen, de gepeste kinderen, de pesters en de 'zwijgende' groep kinderen. 

  2. BC ’t Pupke heeft een inspanningsverplichting om pestgedrag te voorkomen en aan te pakken door het scheppen van een veilig klimaat waarbinnen pesten als ongewenst gedrag wordt ervaren en niet wordt geaccepteerd.

  3. Trainer en leiders zijn alert op pestgedrag in algemene zin. Indien pestgedrag optreedt, nemen zij duidelijk stelling en ondernemen actie tegen dit gedrag. In alle gevallen wordt het bestuur hierover ingelicht.

  4. Wanneer pesten, ondanks alle inspanningen toch optreedt, wordt onderstaande procedure uitgevoerd. 

  5. Dit pestprotocol wordt door het bestuur en jeugdcommissie onderschreven en wordt ook met trainer / leiders besproken.

  6. Dit protocol wordt gepubliceerd in het clubblad en op de website van de vereniging. 

 

Gouden regels

De 10 gouden regels vanuit het pestprotocol zijn: 

  1. Je beoordeelt andere speler niet op zijn/haar uiterlijk. 

  2. Je sluit een andere speler niet buiten van activiteiten. 

  3. Je komt niet zonder toestemming aan de spullen van een ander. 

  4. Je scheldt een andere speler niet uit en je verzint geen bijnamen. 

  5. Je lacht een andere speler niet uit en je roddelt niet over andere spelers. 

  6. Je bedreigt elkaar niet en je doet elkaar geen pijn. 

  7. Je accepteert een andere speler zoals hij of zij is. 

  8. Je bemoeit je niet met een ruzie door zomaar partij te kiezen. 

  9. Als je zelf ruzie hebt, praat het eerst uit lukt dat niet dan meld je dat bij de trainer / leider. 

  10. Als je ziet dat een speler gepest wordt, dan vertel je dat aan de trainer / leider. Dat is dan geen klikken! 

Maatregelen en procedure

Preventieve maatregelen
De trainer / leider bespreekt met de jeugdspelers de algemene afspraken en regels in het team aan het begin van het speelseizoen. Het onderling plagen en pesten wordt hier benoemd en de regels van het pestprotocol worden besproken. Plagen mag, pesten niet!

 

Actie bij een pestincident
De trainer / leider heeft een zeer belangrijke rol. Hij/zij zal helder en duidelijk moeten maken dat dit ongewenste gedrag volstrekt niet wordt geaccepteerd . De trainer /leider biedt in eerste instantie de gepeste speler bescherming, spreekt  ernstig met de pester en diens ouders en richt zich vervolgens op de zwijgende middengroep en de meelopers.

Hulp aan het gepeste kind
De begeleiding van de gepeste speler is van groot belang. Het kind is vaak eenzaam en altijd slachtoffer en heeft recht op ondersteuning vanuit de vereniging. Naast het voorkomen van nieuwe ongewenste ervaringen staat het verwerken van de ervaringen centraal. Dit gebeurt vooral door gesprekken met de trainer / leider, vertrouwenspersoon en/of bestuur.

Hulp aan de pester
Pesters zijn vaak niet in staat om op een normale wijze met anderen om te gaan en hebben dus óók hulp nodig. Die hulp kan bestaan uit een gesprek vanuit trainer / leider en/of vertrouwenspersoon, en/of bestuur samen met zijn/haar ouders waarin zal worden aangegeven welk gedrag niet geaccepteerd wordt. Een duidelijk afspraak wordt gemaakt welke straf er zal volgen indien het pestgedrag toch weer voorkomt. 

 

Hulp aan de zwijgende middengroep en de meelopers
De zwijgende middengroep is van cruciaal belang in de aanpak van het probleem. Als de groep eenmaal in beweging is gebracht, hebben kinderen die pesten veel minder te vertellen. Deze middengroep is eenvoudig te mobiliseren, niet alleen door de leider/trainer, maar ook door de ouders. 

 

Hulp aan de ouders
Voor de ouders van het gepeste kind is het van belang dat BC ’t Pupke deze zaak serieus aanpakt. Met de ouders van het gepeste kind zal overleg zijn over de aanpak en de begeleiding van hun kind. De ouders van de pesters moeten absoluut op de hoogte zijn van wat er met hun kind gebeurt. Zij hebben er recht op te weten dat hun kind in sociaal opzicht bepaald gedrag vertoont dat verbetering behoeft. Ouders kunnen hun kinderen zeggen dat zij het verschrikkelijk vinden als kinderen elkaar pesten. Als hun kind een pesterij meemaakt, dat het zeker niet mee moet pesten, maar stelling moet nemen. Indien het kind die stelling niet durft te nemen, het altijd aan de ouders of aan de trainer / leider moet vertellen. Praten over pesten is zeer zeker geen klikken!

Strafmaatregelen
Indien er sprake is van pestgedrag worden de ouders van de pester op de hoogte gesteld van de ongewenste gebeurtenissen, middels een gesprek waarbij aanwezig is: De pester en diens ouder(s), de trainer en minstens één lid van het bestuur. Aan het einde van dit gesprek worden afspraken gemaakt en vastgelegd om herhaling van het pestgedrag te voorkomen. Ook de sancties bij het schenden van de afspraken worden vastgelegd. Enkele voorbeelden van sancties zijn (tijdelijke) uitsluiting van training of competitie, tijdelijk royement of volledige ontzegging van het lidmaatschap.

 

Achtergrondinformatie

De gepeste kinderen (slachtoffers)

Sommige kinderen hebben een grotere kans om gepest te worden dan anderen. Dat kan komen door uiterlijke kenmerken maar het heeft vaker te maken met vertoond gedrag, wijze waarop gevoelens worden beleefd en de manier waarop dat geuit wordt. 

 

De pestkoppen (daders)
Kinderen die pesten zijn vaak juist fysiek wel de sterksten uit de groep. Ze kunnen zich permitteren zich agressiever op te stellen en ze reageren dan ook met dreiging van geweld of de indirecte inzet van geweld.

Pesters hebben ook feilloos in de gaten welke kinderen gemakkelijk aan te pakken zijn en als ze zich al vergissen, gaan ze direct op zoek naar een volgend slachtoffer. De zwijgende meerderheid en potentiële meelopers krijgen een keuze die onuitgesproken wordt opgelegd en die aan duidelijkheid niet te wensen overlaat: Je bent voor of je bent tegen me.

Het komt ook regelmatig voor dat een pestkop een kind is dat in een andere situatie zelf slachtoffer is of was. Om te voorkomen weer het mikpunt van pesten te worden, kan een kind zich bijvoorbeeld in een andere omgeving dan die van zijn slachtofferrol, vervolgens als pester gaan opstellen en manifesteren.”Laten pesten doet pesten”.

De meelopers en de andere kinderen
De meeste kinderen zijn niet direct betrokken bij pesten in de direct actieve rol van pester. Sommige kinderen behouden enige afstand en andere kinderen doen incidenteel mee. Dit zijn de zogenaamde “meelopers “. Er zijn ook kinderen die niet merken dat er gepest wordt, of er zijn kinderen die het niet willen weten dat er gepest wordt in hun directe omgeving.

Het heeft absoluut zin om daadwerkelijk op te staan tegen het pesten. Zodra andere kinderen het gepeste kind te hulp komen of tegen de pesters zeggen dat ze moeten ophouden, kan de situatie aanzienlijk veranderen. Het pesten wordt dan al direct minder vanzelfsprekend. De situatie voor met name meelopers verandert door het ongewenste karakter van het vertoonde pestgedrag. Het wordt duidelijk dat het géén groepsnorm is om mee te gaan in het pestgedrag. 

Kinderen die pestgedrag signaleren en dit bij de leider/trainer aangeven vervullen dus een belangrijke rol. Ook de ouders kunnen een belangrijke rol spelen. Ouders van kinderen die gepest worden en die dit probleem met de club willen bespreken, zijn natuurlijk altijd emotioneel bij het onderwerp betrokken. De gevoelde onmacht bij deze ouders wordt door hen sterk ervaren en is niet altijd een goede leidraad tot een rationeel handelen. De ouder wil maar een ding en dat is dat het pestgedrag ogenblikkelijk stopt.

bottom of page